Eerste financiële tussenrapportage 2021

Samenvatting

Samenvatting

Saldo financiële tussenrapportage

Algemeen financieel beeld

Programmabegroting 2021-2024
Het beginsaldo van deze rapportage komt uit de programmabegroting 2021-2024. We werken met een geaccepteerd tekort van € 1,7 miljoen voor de jaren 2023 en 2024. Reden hiervan is dat we voor de jaren ervoor extra gelden voor de uitvoering van jeugdzorg hebben ontvangen ter hoogte van € 1,7 miljoen. Dit geld is echter (nog) niet structureel beschikbaar gesteld.  Wanneer het kabinet inderdaad besluit om structurele steun te verlenen n.a.v. de tekorten in de jeugdzorg, is het werkelijke tekort dus lager. Deze handelingswijze is net als vorig jaar ook goedgekeurd door onze toezichthouder de provincie. Rekening houdend met dit "geaccepteerd" tekort zijn de begrotingsuitkomsten:

+ is nadeel
- is voordeel
bedragen x € 1.000

Omschrijving

2021

2022

2023

2024

Saldo programmabegroting 

        1.120

         -154

        2.828

        1.689

"Geaccepteerd" tekort

        1.700

        1.700

Saldo programmabegroting 

         1.120

           -154

         1.128

             -11

De tussentijdse tekorten van deze begroting zouden we afdekken uit de algemene reserve.

Grote risico’s
We zien een aantal grote risico’s en onzekerheden waarvan we nu nog niet weten wat voor effect die gaan hebben op onze begroting. Dit zijn de belangrijkste posten:

  • COVID-19
  • Kostenstijgingen Sociaal Domein
  • Effecten van de landelijke verkiezingen en uitkomsten op de volgende onderdelen (risico is zowel negatief als positief):
    • Opschalingskorting
    • Abonnementstarief
    • Herijking gemeentefonds
  • Mogelijke kostenstijgingen vanuit gemeenschappelijke regelingen (BSOB en KCV)

Op weg naar een sluitende begroting
De financiële positie staat onder druk. Dit bleek al uit de begroting 2021-2024. Daarnaast zien we veel risico’s met mogelijk forse impact. Dit betekent een forse opgave om de begroting 2022-2025 meerjarig sluitend te krijgen. Hoe we hier richting aan willen geven presenteren we in de Kadernota 2022-2025.
Omdat we financiële positie onder druk staat zijn we in deze Eerste financiële tussenrapportage extra kritisch geweest op de 3O-ontwikkelingen en overige ontwikkelingen. We hanteren daarbij de volgende uitgangspunten:

  • ‘Nee, tenzij…’. We nemen 3O-ontwikkelingen niet op tenzij het echt niet anders kan.
  • 3O-ontwikkelingen en overige ontwikkelingen waarbij extra capaciteit of geld voor de organisatie wordt gevraagd nemen we zo min mogelijk op. We zien hier op een aantal plekken wel voorstellen. We gaan deze posten verder analyseren, waarbij het uitgangspunt is om dit via het aanbrengen van prioriteiten op te lossen.
  • We formuleren uitwerkingsopdrachten richting de begroting om kosten te reduceren of begrotingsruimte te zoeken.

Dit heeft als resultaat dat we in deze tussenrapportage voorstellen om het merendeel van de 3O-ontwikkelingen en overige ontwikkelingen goed te keuren, maar ook om een gedeelte nóg niet goed te keuren en hierbij opdrachten te formuleren richting de begroting.

Uitkomsten Eerste financiële tussenrapportage 2021
Wanneer we uitgaan van het de voorstellen voor 3O-ontwikkelingen, overige ontwikkelingen, de uitkomsten van de decembercirculaire 2020 en het extra COVID-19 compensatiepakket zoals wij die op willen nemen in deze rapportage zien we het volgende beeld:

+ is nadeel: hogere uitgaven/lagere inkomsten
- is voordeel: lagere uitgaven/hogere inkomsten
bedragen x € 1.000

Omschrijving

2021

2022

2023

2024

Saldo programmabegroting 2021-2024

1.120

-154

2.828

1.689

3O-Ontwikkelingen

2.711

1.371

1.376

1.351

Overige ontwikkelingen

65

5

0

-30

Decembercirculaire 2020 en Maartbrief 2021

-488

-179

-234

-251

Totaalsaldo

3.408

1.042

3.970

2.759

Geaccepteerd tekort

1.700

1.700

Saldo

3.408

1.042

2.270

1.059

De conclusie uit deze tabel is dat de uitkomsten van deze rapportage ervoor zorgen dat de financiële positie verder onder druk komt te staan. Met name in 2021 zien we een fors tekort van afgerond € 3,4 miljoen. Meerjarig zien we in 2022 een tekort van € 1 miljoen, in 2023 € 2,3 miljoen en structureel vanaf 2024 € 1,1 miljoen.

Opvallende posten  
In deze financiële tussenrapportage zien we een aantal opvallende posten die we graag onder de aandacht brengen:

  • We zien forse kostenstijgingen binnen de Wmo van in totaal afgerond € 1 miljoen (structureel). Het gaat om de onderdelen Dagbesteding en begeleiding (€ 604.000), Wmo voorzieningen (€ 209.000) en huishoudelijke verzorging (€ 175.000).
  • Voor ICT zien we ook meerdere nadelen, in totaal gaat het om een structureel bedrag van ongeveer € 355.000. Dit is onder andere voor hogere kosten voor software, extra licentiekosten en de nieuwe business case voor het thuiswerken.
  • Daarnaast zien we incidenteel hogere kosten voor de BSOB, namelijk € 261.000 voor een hogere deelnemersbijdrage voor 2021 en het project ‘Waarderen op oppervlakte’ van € 228.000.  
  • We verwerken in deze financiële tussenrapportage de decembercirculaire van 2020 en de Maartbrief van 2021. Voor het jaar 2021 ontvangen we vanuit de decembercirculaire een bedrag van € 1.361.000 en vanuit de maartbrief een bedrag van € 1.146.000. Dit is voor compensatiemaatregelen COVID-19. We stellen voor om dit bedrag voor deze doelen te reserveren. Daarnaast is er per saldo sprake van een structureel voordeel van afgerond € 0,25 miljoen.

Opdrachten richting programmabegroting 2022-2025
Zoals al eerder aangegeven stellen we voor om (nog) niet met alle ingediende 3O-ontwikkelingen en overige ontwikkelingen akkoord te gaan. Wanneer we wel al deze posten mee zouden nemen zou de financiële positie er structureel ongeveer € 0,4 miljoen negatiever uit zien en zouden we dus een structureel tekort van € 1,5 miljoen hebben.
Richting de programmabegroting gaan we aan de slag met de volgende opdrachten:

  • Knoppenvoorstel sociaal domein: Het college heeft een bestuursopdracht door het college vastgesteld met als opdracht "breng kostenbeheersings(on)mogelijkheden breed in beeld zodat het inzicht en bestuurlijk gesprek over identiteit van de gemeente en de koers van het sociaal domein beter worden". De eerste gesprekken hierover zijn gevoerd en dit werken we verder richting de programmabegroting uit.  Voorstellen moeten voldoen aan uitgangspunten: rijksbudget moet omhoog, voorstellen mogen transformatie niet hinderen, aandacht voor uitvoering, geen heilige huisjes.
  • We zien een jaarlijks voordeel binnen Beschermd Wonen. Oss is centrumgemeente voor beschermd wonen. We krijgen geld van het Rijk om deze taak voor de hele regio (Brabant-NoordOost-Oost) uit te voeren. De uitgaven zijn afgelopen jaren lager uitgevallen dan we verwacht hadden. We onderzoeken richting de programmabegroting 2022-2025  of en hoeveel ruimte er is binnen de budget van Beschermd Wonen (het Osse gedeelte uiteraard). Deze ruimte kunnen we dan inzetten om een gedeelte van de kostenstijgingen van de overige onderdelen van de Wmo af te dekken.
  • We zien een kostenstijging voor de onafhankelijke cliëntenondersteuning (OCO) van € 21.000. We bekijken of we deze kostenstijging  op kunnen vangen binnen het budget voor 'Wmo algemeen' omdat we hier bij de afgelopen jaarrekeningen voordelen zagen.
  • We zien een aantal kostenstijgingen en aanvragen voor de organisatie (afgerond € 389.000). We willen deze richting de begroting beter analyseren, bekijken waar de stuurknoppen zitten en wanneer het noodzakelijk is om formatie en geld beschikbaar te stellen om dit zo veel mogelijk binnen bestaande middelen voor de organisatie op te lossen. Dit geldt voor de volgende onderwerpen:
    • Formatie voor toezichthouders voor de BasisRegistratie Personen (BRP)
    • Hogere kosten Facilitair en service centrum
    • Verlening ondersteuning Helpdesk
    • Doorontwikkeling KCM (dienstverlening publiekscentrum)
    • Ondersteuning audiovisueel/hybride werken

We komen hier bij de programmabegroting 2022-2025 op terug.

Deze pagina is gebouwd op 06/22/2021 15:20:06 met de export van 06/22/2021 15:13:29