COVID-19: Herstelagenda
Inleiding
In dit hoofdstuk schetsen we een beeld van COVID-19 herstelagenda. We gaan graag met u hierover het gesprek aan. We stellen voor om ontwikkelingen vooral te volgen via onze reguliere BBC. Daarmee onderstrepen we dat de herstel maatregelen in onze dagelijkse werkzaamheden integreren. Om hier inhoud aan te geven is het goed om eerst stil te staan bij de landelijke prognoses Vervolgens zoomen we waar mogelijk in op de huidige effecten voor onze provincie of gemeente. We benoemen onze reeds vastgestelde uitgangspunten voor ondersteuning en beschrijven onze herstelagenda.
Tot slot geven we een totaaloverzicht van de landelijke compensatiemaatregelen en de vertaling daarvan naar lokale maatregelen.
De huidige crisis en de ontwikkelingen noodzaken dat we moeten sturen met grote onzekerheid. We volgen daarom nauwgezet alle ontwikkelingen en gevolgen voor onze inwoners, bedrijven en instellingen. Uiteraard ook de gevolgen voor onze eigen begroting.
We volgen kritisch alle landelijke ondersteuningsmaatregelen en bepalen welke aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn. We hebben een goede algemene reserve. Al eerder heeft de gemeenteraad via een motie besloten om deze reserve in te zetten om de COVID-19 schade te betalen.
1. Economische herstel in zicht, maar gevolgen coronacrisis werken nog door
Het centraal economisch plan (CEP) heeft in maart 2021 nieuwe economische prognoses over de economie en werkgelegenheid gegeven. Conclusie hieruit is dat de economie veerkracht laat zien. Aan het eind van dit jaar is de economie terug op het niveau van voor de coronacrisis. Het herstel is krachtig, maar de gevolgen van de coronacrisis werken nog door. Nieuwe uitbraken of grote tegenvallers met vaccineren kunnen roet in het eten gooien. De verschillen tussen sectoren zijn trouwens groot.
Het CEP geeft hiervoor de volgende cijfers (bron Centraal planbureau, maart 2021):
Terwijl het verloop van de pandemie tegenvalt, laat de economie dus veerkracht zien. Maar ook als het virus onder controle is, werken de economische gevolgen van de crisis door. Volgens het CPB is het in alle scenario’s van belang dat steun overgaat in herstelbeleid om opgelopen schade te repareren en ervoor te zorgen dat de economie zich kan aanpassen.
Primair ligt de verantwoordelijkheid van dit economisch herstelbeleid bij de rijksoverheid, maar uiteraard ligt er ook een verantwoordelijkheid bij ons als gemeente. Wat die rol is beschrijven we later in dit hoofdstuk.
2. COVID-19: Effecten
Hierna geven we een aantal cijfers en conclusies weer uit het onderzoek van het SCP en het CBS voor Noord-Brabant en Oss:
- Het aantal faillissementen in Noord-Brabant daalt sinds april 2020 trendmatig. Het aantal faillissementen lag in 2020 lager dan in 2019;
- Gronduitgiften bedrijventerreinen, aantal bedrijven en aantal banen zijn gestegen in 2020 en 2021. De gronduitgiften kenden een recordjaar. Het aantal WW-uitkeringen volgt de landelijke bewegingen en kent een dalende trend sinds april 2020 (cijfers tot eerste kwartaal 2021). In de bijstand zien we een stijging van het aantal jongeren (korte of flexibele contracten, geen of nauwelijks WW-rechten);
- Er zijn verschillen tussen sectoren. Zakelijke dienstverlening, advies, onderzoek, communicatie en informatie, groeiden in werkgelegenheid. Financiële dienstverlening en horeca daalden sterk. De detailhandel die via internet werkt groeide;
- Honderden Osse bedrijven maakten gebruik van de verschillende steunmaatregelen (NOW, TOZO, TOGS, TVL). Van de verschillende NOWregelingen maakten ruim 1.600 en van de verschillende TOZO regelingen ruim 1.200 bedrijven gebruik.
We realiseren ons ook dat cijfers niet alles zeggen. Het zijn gemiddelden en totalen. Zoals gezegd, er zijn verschillen tussen sectoren. Daarnaast gaat het om individuele verhalen. Inwoners, ondernemers, bestuurders van instellingen hebben soms zware tijden gekend. En lopen soms nog ‘op het randje’. En weer anderen vonden nieuwe diensten, producten en verdienmodellen.
Sociale impact en herstel
Als we kijken naar de sociale impact van COVID-19 dan zien we in de VNG monitor (Dashboard Sociale impact Corona), impactcorona.nl en landelijke rapporten het volgende beeld.
- Jongeren, ouderen, arbeidsmigranten, zzp-ers, chronische zieken zijn groepen die gemiddeld meer lijden onder de crisis en de maatregelen die er bij horen. Eenzaamheid, ontwikkelings- en leerachterstanden, angst, depressie, stress, baan- en inkomensonzekerheid, schulden zijn de problemen die zijn toegenomen;
- Tegenstellingen lijken toe te nemen. Tegenstellingen over de ernst van het virus, de aanpak, het vertrouwen in politiek, bestuur en wetenschap. Maar ook de verschillen waarin de crisis je persoonlijke situatie treft zijn groot en leiden tot tegenstellingen;
- Op de vraag ‘Welk cijfer geef jij je leven?’ zien we een dalende trend van een dikke 7 naar een 6.5 van het derde kwartaal 2020 naar einde eerste kwartaal in 2021. Jongeren tussen de 16 en 24 springen er in negatieve zin uit. Die trend zien we ook op de vraag naar de psychische gezondheid;
- We zijn gemiddeld iets minder alcohol gaan drinken maar ook wat minder gaan bewegen. Osse cijfers geven aan dat alcohol gebruik en roken iets zijn toegenomen;
- Contacten met telefonische hulpdiensten namen toe. De contacten met 113 zelfmoordpreventie zijn toegenomen sinds oktober 2020. Het aantal suïcides is gelijk gebleven;
- Huiselijk geweld en kindermishandeling nemen volgens de cijfers niet toe. Er zijn ook andere signalen van experts. Meer onderzoek is nodig. In Oss lijken we een stijging te zien van problematische echtscheidingen. Kindermishandeling nam toe richting het landelijk gemiddelde, huiselijk geweld nam ook toe tot net boven het landelijk gemiddelde;
- Er is sprake van leerachterstanden. Bij kinderen met een lage of gemiddelde sociaal economische status (SES) is de achterstand ongeveer 1,5 keer zo groot als die bij kinderen met een hoge SES;
- Burenruzies, overlast door alcohol- of drugsgebruik zijn toegenomen. Woninginbraken en overvallen zijn afgenomen, internet criminaliteit is toegenomen;
- Tekorten in zorgpersoneel zijn hier en daar, ook in Oss, al aan de orde;
- Het vertrouwen in de overheid nam sterk toe in het begin van de coronacrisis, maar is inmiddels lager dan bij het begin van de crisis. Er zijn grote verschillen tussen mensen met hoger\lager inkomen en hogere\lagere opleiding.
Hoewel er altijd lokale en dus ook Osse verschillen zullen zijn ten opzichte van het landelijke beeld, bevestigt onderzoek dat de hoofdlijnen landelijk en lokaal grote overeenkomsten vertonen.
Stilte voor de storm?
Het is moeilijk te duiden of de problemen die we in de samenleving zien van tijdelijke aard zijn, opgelost worden met de inzet van bestaande informele en formele hulp- en zorgvormen, of zullen toenemen. Er is onder beleidsmakers, uitvoerenden, bestuurders, onderzoekers ook vaak sprake van een ‘stilte voor de storm-gevoel’. Ze verwachten groeiende tweedelingen en spanningen, groei van werkloosheid, armoede en schuldenproblematiek, toename van (overlast van) ‘verwarde personen’, toename van huiselijk geweld, vechtscheidingen, en eenzaamheid en isolatie. Sommigen spreken van een ‘lost generation’ voor sommige jongeren. Als de gevolgen nog ongewis zijn, is het lastig een herstelagenda op te stellen. Daar waar gevolgen wel duidelijk zijn, en de samenleving en bestaande steunstructuren niet toereikend zijn, leest u in dit hoofdstuk concrete maatregelen.
Conclusies
Op basis van bovenstaande trekken we een aantal conclusies ten aanzien van de herstelagenda:
Mist
Het is nog beperkt duidelijk wat de diepere gevolgen voor gezondheid, economie, onderwijs, sociaal domein, mobiliteit, verenigingsleven, cultuur, of voor jongeren, ouderen, zzp-ers, mensen met een chronische aandoening enzovoorts zullen zijn. Wat als de steunmaatregelen stoppen? Wat als er een vierde golf komt? Wat als er een grote golf uitgestelde zorgvragen komt? Wat als evenementen, culturele instellingen en verenigingen blijvend op minder animo kunnen rekenen? We zijn alert en zullen dat blijven. We doen veronderstellingen en zullen die toetsen. We volgen landelijke analyses en oplossingsrichtingen. Hoewel we meer weten dan in het begin van de crisis, sturen we nog altijd goeddeels in de mist.
Landelijk en lokaal
Het lokaal snel en goed uitvoeren van landelijke maatregelen heeft geholpen. Dat zullen we blijven doen. De uitgangspunten die de Raad daarvoor heeft vastgesteld, herhalen we hieronder. De schaal en de aard van de crisis en het herstel vereisen ook in de eerste plaats landelijke inspanningen.
Veerkrachtige samenleving
De samenleving, waaronder de economie, toont veerkracht. Ook waar we als overheid niets doen, ontstaan nieuwe perspectieven. Dat koesteren we. En waar nodig faciliteren en stimuleren we dat.
Kansen
Een aantal maatschappelijke problemen zijn door de coronacrisis duidelijker of erger geworden. De Planbureaus noemen bijvoorbeeld de tweedeling in de samenleving. Er zijn ook vernieuwingen versneld doorgevoerd. Denk hierbij aan digitaal samenwerken. Het is de uitdaging om het herstel te gebruiken om langer bestaande problemen aan te pakken en nieuwe verworvenheden te laten wortelen. Diezelfde Planbureaus stellen voor om daarbij een breed welvaartsbegrip te hanteren (wonen, werken, leven, individu en samenleving, nu en later). En om daar integraal, dus niet per koker aan te werken. Ook hier geldt: dat is een landelijke en deels een lokale taak.
3. Uitgangspunten voor ondersteuning
De COVID-19 crisis is groter dan wij als gemeente aankunnen. We zullen keuzes moeten maken. Ter ondersteuning van inwoners, bedrijven en instellingen sluiten we zo veel mogelijk aan bij de landelijke regelingen van het kabinet. Vervolgens kijken we naar provinciale regelingen, de banken en de branche-organisaties. Ook kijken we naar onze eigen rol. Bewust in deze volgorde. Primair staan wij aan de lat voor onze beleidstaken.
In de prioriteitennota 2021-2024 en in de programmabegroting 2021-2024 hebben we de volgende criteria vastgesteld:
- We geven inkomenssteun aan mensen die dat nodig hebben, geen omzetsteun aan bedrijven, of sectoren
- Helpen verdienen is beter dan helpen besparen
- Op naar werk
- We investeren in samenleven
- We investeren in zorgcontinuïteit
- We zijn en blijven een financieel gezonde organisatie.
Inkomenssteun wel, omzetsteun niet
We geven inkomenssteun aan mensen die dat nodig hebben. Werknemers, ondernemers, zzp-ers enzovoort. Bijstand, bijzondere bijstand en andere gemeentelijke instrumenten zijn daarvoor beschikbaar. Landelijke financiële steunregelingen voeren we met voorrang uit. We lobbyen waar mogelijk voor meer regelingen, langere termijnen, ruimere voorwaarden. Meer kunnen we niet doen. Het is niet onze rol om individuele bedrijven te behoeden van de ondergang. Evenmin kunnen we hele sectoren financieel redden. Hoe vervelend we dat ook vinden. Het is de rol van de markt. Het is ook niet betaalbaar.
Verdienen boven besparen
Het is vitaal voor de economie dat de getroffen sectoren door COVID-19 weer beter gaan draaien. We hebben met z’n allen de producten en diensten nodig. We hebben ook het werk en het inkomen dat er bij hoort nodig. We dragen op een aantal manieren bij aan herstel.
We doen dat tijdelijk door bij te dragen aan lastenverlichting voor bedrijven. Denk aan het verlengen van betaaltermijnen of het kwijtschelden van bepaalde lasten. Maar dat is niet voldoende. We willen bedrijven vooral helpen verdienen. Ruimte voor ondernemerschap. Waar ondernemers anderen meekrijgen, zullen we welwillend meewerken aan ook vernieuwende of tijdelijke plannen. Denk verder onder andere aan: onze eigen investeringen en uitgaven naar voren halen, koop lokaal acties steunen, kennis verbinden. Maar ook: het ondernemingsklimaat versterken. Het mogelijk maken van grotere terrassen, drive-ins, extra standplaatsen, verkoop aan particulieren door groothandels, etc. Hiermee hebben we veel ondernemers kunnen steunen.
Op naar werk
Inkomenssteun is soms nodig, werk is beter. Bijdragen aan werkgelegenheid, maar zeker ook aan scholing en aan matching zijn belangrijk. Voor economische stabiliteit en draagkracht voor de gevolgen van de crisis. Voor inkomensvoorziening, lager zorggebruik maar zeker ook om zoveel mogelijk mensen weer mee te kunnen laten doen.
Samenleven mogelijk maken
Samenleven betekent onder andere kunnen sporten, ontmoeten, cultuur maken en van cultuur genieten. De inwoners, verenigingen en culturele ondernemers zorgen daar grotendeels zelf voor. Daar bouwen en vertrouwen we op. De gemeente subsidieert van oudsher een belangrijk deel van de sector. De hele sector krijgt klappen. De rijksmaatregelen lijken maar een deel daarvan op te vangen. De crisis gaat wellicht leiden tot het stoppen van sommige aanbieders. Misschien kunnen niet alle accommodaties en plannen die we er voor hadden behouden blijven. En misschien is het tijd om een aantal vernieuwingen door te voeren. Maar we staan samen met aanbieders, vrijwilligers en organisaties garant voor een essentieel niveau van maatschappelijke voorzieningen.
Basaal zorg- en welzijnslandschap
Beschikbaarheid van zorg- en welzijnsaanbod is vitaal. We hebben een morele en juridische verantwoordelijkheid. We investeren in behoud van diversiteit van zorgaanbieders zodat er voldoende aanbod blijft. Reisafstanden, keuzemogelijkheden, voorkeursaanbieders, het kan allemaal minder optimaal zijn. Maar beschikbaarheid van zorg- en welzijnsaanbod is noodzakelijk.
Financieel gezonde organisatie
We zijn en blijven een financieel gezonde organisatie.
- We zorgen voor sluitende begrotingen, met uitzondering van de jaren waarin we nog een rijksbijdrage op jeugd verwachten
- We doen bij alle steunmaatregelen een check: korte termijn hulp (incident) moet niet leiden tot verplichtingen die op termijn niet vol te houden zijn.
4. Herstelagenda
Vanuit bovenstaande criteria kiezen we voor een herstel en versterkingspakket gericht op de volgende pijlers:
- Anticyclisch investeren;
- Investeren in een sociaal sterke stad;
- Helpen verdienen.
Anticyclisch investeren
Om de (lokale) economie te ondersteunen hebben we ervoor gekozen om anticyclisch te investeren. Dat betekent dat we investeren in een situatie van economische krimp. Hiermee zorgen we voor een (lokaal) positief effect. We investeren in de kracht en de toekomst van onze stad en kernen. We houden daarbij vast aan onze topprioriteiten:
- Dynamisch stadscentrum;
- Voorzieningen voor ontmoeten, sport en cultuur;
- Bouwen voor de toekomst;
- Duurzaamheid.
We zetten vol in op de realisatie van het Walkwartier. We hebben in 2020 € 1,5 miljoen en in 2021 € 2 miljoen gestort in het investeringsfonds stadshart. Het investeringsfonds draagt bij aan de realisatie van de koers Stadshart Oss. Met dit fonds realiseren we majeure investeringen in de stedelijke (vastgoed) ontwikkeling waarvan parkeren en openbare ruimte & groen onderdeel zijn. Daarnaast gebruiken we dit fonds voor stimuleringsregelingen om de fysieke aantrekkelijkheid en de compactheid van het stadshart te verbeteren (wonen in het centrum, gevelverbetering). Verder willen we gelden beschikbaar stellen voor regelingen die bijdragen aan het compact maken van het stadshart, zoals een regeling die de verplaatsing stimuleert van ondernemers naar de pit (en de schil) van het stadshart. Om leegstand tegen te gaan hebben we voor drie jaar gelden beschikbaar gesteld voor een leegstandsmakelaar/ transitiecoach.
Voor voorzieningen voor ontmoeten, sport en cultuur hebben we in de komende 4 jaar in totaal bijna € 25 miljoen aan investeringen gereserveerd. Dit is exclusief de investering van circa € 27 miljoen uit de business case voor het nieuwe Golfbad (en exclusief de investeringen in het Warenhuis). In totaal investeren we de komende jaren fors op dit gebied. Om te komen tot een versnelling van deze majeure projecten is een bedrag van € 3,1 miljoen beschikbaar gesteld.
We zetten in op versnelling van de woningbouw en de realisatie van bedrijventerreinen. Voor deze versnelling heeft de taskforce een eerste rapport uitgebracht. Deze versnelling leidt tot extra investeringen en hiervoor hebben we gelden uit de algemene bedrijfsreserve gereserveerd. Deze extra investeringen zijn nodig voor het (tijdelijk) afboeken van grondaankopen, voor het afdekken van verliesgevende exploitaties en ook voor het aanleggen van bovenwijkse voorzieningen. Plannen hiervoor werken we nader uit.
Vanuit het investeringsfonds duurzaamheid doen we investeringen in het kader van de energietransitie en circulaire economie (grondstoffentransitie). Het duurzaamheidsfonds maakt het mogelijk deze initiatieven uit te voeren, uit te proberen en pilots te starten.
Investeren in een sociaal sterke stad
De coronacrisis heeft een grote sociaal en maatschappelijke impact op onze stad. Naast onze inzet voor de ondersteuningsmaatregelen COVID-19 verwachten wij vanaf 2021 meer instroom in de bijstand, een groter beroep op onze armoedevoorzieningen en meer mensen in een problematische financiële situatie. We zetten daarom stevig in op het gebied van participatie, inkomensvoorziening, armoede en schulden. Natuurlijk voeren we daarvoor de landelijke regelingen uit en doen we er alles aan om in regionaal verband en lokale samenwerkingen extra advies en ondersteuning te bieden. We zetten daarbij in op de speerpunten:
- “van werk naar werk”
- “van bijstand naar werk”
- “van bijstand naar meedoen”.
Bij het versterken van een sociaal sterkte stad hoort ook het initiatief van een lerende stad en investeringen in voorzieningen.
Voor een nadere toelichting verwijzen we naar onderstaande toelichting per programma.
Helpen verdienen
Een belangrijke pijler voor ons als gemeente is ook ondernemers “helpen” verdienen. We vervullen hierbij vaak een randvoorwaardelijke rol. Ruimte voor ondernemerschap en ook het versterken van het ondernemingsklimaat.
Helpen verdienen betekent dat je in de dienstverlening naar ondernemers toe meedenkt bij het zoeken naar mogelijkheden en aanjagen van transities. Uiteraard binnen de bestaande regelgeving met de nodige zorgvuldigheid. De gemeente stelt zich daarbij niet op als kredietverstrekker maar als mogelijkmaker, bijvoorbeeld bij de verruiming van terrassen en te bekijken hoe we evenementen toch kunnen laten plaatsvinden.
Door de grote transformatieopgaves rondom digitalisering, duurzaamheid, inclusiviteit en circulariteit onder de aandacht te brengen bij het bedrijfsleven en flexibel mee te denken over regelgeving en bedrijfshuisvesting zorgen we dat de ondernemers zoveel mogelijk kunnen blijven ondernemen en daarbij innovatief kunnen zijn.
Per begrotingsprogramma zijn dit de speerpunten voor onze COVID-19 herstelagenda.
Programma 1. Zorg en Welzijn
- In het bestuurlijke netwerk Nazorg COVID-19 stemmen we af over de dienstverlening aan inwoners die langdurig klachten houden nadat zij COVID-19 hebben gehad. Hierin zijn zowel medische als sociaal maatschappelijke netwerkpartners actief waaronder huisartsen, C-support, Fysiotherapeuten, GGD, Ons Welzijn en de gemeente. Zo worden laagdrempelig behoeften geïnventariseerd, acties op elkaar aangesloten en weten partijen elkaar goed te vinden. In Noord-Brabant is het aantal inwoners met langdurige (misschien blijvende) klachten hoog ten opzichte van het landelijke. Dit vraagt de komende tijd om het volgen van de ontwikkelingen en om gerichte aandacht en zorg voor de inwoners in onze regio.
- De GGD heeft een taak bij de beheersing en bestrijding van het COVID-19 virus. Waaronder vaccineren, registratie, bron- en contactonderzoek. De GGD voert deze taken uit in opdracht van de Minister van VWS. De directe en indirecte gevolgkosten worden volledig vergoed door het ministerie van VWS. Er is dus geen sprake van een wijziging van de inwonersbijdrage.
- De pandemie brengt uitdagingen met zich mee. Dit type crisis vraagt om een zorgvuldige evaluatie op landelijk niveau. De uitkomst daarvan zal zijn neerslag hebben op lokaal niveau en de inzet van de GGD. Vanaf het begin van de pandemie hebben we lokaal snel geschakeld met zorgaanbieders en het welzijnswerk. Hierdoor konden tijdig problemen van inwoners signaleren. We blijven in gesprek met lokale netwerkpartners en blijven alert op gevolgen voor de inwoners.
- We maken afspraken met instellingen over de inhaalzorg en meerkosten door COVID-19 voor jeugdhulp, Wmo en beschermd wonen.
- We hebben vanuit de Maartbrief extra geld ontvangen voor kwetsbare groepen. Omdat bijvoorbeeld dagbesteding soms niet door gaat, er minder bezoek komt en het lastig is om de maatregelen goed te begrijpen is er extra begeleiding nodig. Het geld is bedoeld voor bijvoorbeeld alternatieve dagbesteding, het bieden van passend vervoer, extra ambulante begeleiding om proactief mentale en sociale problemen op te sporen en extra (begrijpelijke) informatievoorziening. We gaan bekijken hoe we dit het beste kunnen inzetten.
- Ook voor het bestrijden van eenzaamheid bij ouderen hebben we geld ontvangen, we gaan hier in 2021 mee aan de slag.
- We hebben voor jeugd en jongeren geld ontvangen voor verschillende ondersteuningsmaatregelen. We gaan kijken hoe we deze middelen kunnen inzetten. Dit doen we in overleg met enkele lokale partners.
Programma 2. Werk, Inkomen en onderwijs
- We voeren de TOZO uit. Op dit moment is TOZO 4 in uitvoering; informeel zijn ook TOZO 5 en 6 aangekondigd. Iedere nieuwe TOZO-regeling betekent opnieuw het aanvraagproces uitvoeren. Daarnaast betreft dit ook de (financiële) afhandeling van de TOZO-regelingen 2 en 3.
- We bespreken met de mensen die gebruik maken van de TOZO de mogelijkheid om van Werk naar Werk te gaan, dus hun eigen (ZZP)bedrijf te stoppen en een dienstverband aan te gaan. Zonodig bieden we ook schuldhulpverlening aan. De uitvoering hiervan is onderdeel van de trajecten 'van werk naar werk' waarvoor we bij de laatste programmabegroting de reserve Participatiebevordering hebben gecreëerd. De overige speerpunten hiervoor 'van bijstand naar werk' en 'van bijstand naar meedoen' zijn extra mogelijkheden in de reguliere dienstverlening voor mensen in de bijstand. In de COVID-19 tijd is het belangrijk om extra te stimuleren voor participatie en -bij groei van het bestand- zetten we extra menskracht in.
- Vanuit het Rijk hebben we extra gelden gehad voor een impuls voor re-integratie en daarnaast ook nog een aanvullend pakket voor re-integratie. Dit zetten we actief in op ondersteuningstrajecten.
- De extra gelden vanuit het Rijk voor de uitvoering gemeentelijk schuldenbeleid en bijzondere bijstand zijn nodig om stijgende kosten op te vangen.
- Uitvoering van de TONK, de tegemoetkoming bij inkomstenterugval als gevolg van COVID-19. In Oss hebben we gekozen voor tegemoetkoming in de noodzakelijke woonlasten en overige vaste lasten (zoals energie, verzekeringen). Met deze brede(re) insteek willen we zoveel mogelijk inwoners bereiken. We gaan met hen in gesprek om na te gaan wat nodig is en gaan daarbij uit van vertrouwen.
- Samen met het onderwijs hebben we het project voor schoolweigeraars opgezet.
- We bekijken samen met het onderwijs de mogelijkheden van het Nationaal Programma Onderwijs, gericht op het herstel en de ontwikkeling van het onderwijs tijdens en na COVID-19.
Programma 3. Ontmoeten, sport en cultuur
Nu, met het afnemende aantal besmettingen, gaat de samenleving weer open. Langzamerhand worden de gevolgen van de COVID-19 crisis meer inzichtelijk. Veel organisaties hebben forse aanpassingen moeten doorvoeren om binnen de nieuwe veiligheidsregels hun aanbod toch door te kunnen laten gaan. In het afgelopen jaar zijn de maatregelen herhaaldelijk aangescherpt, waardoor bijvoorbeeld toeschouwers niet meer welkom zijn en kantines gesloten moeten blijven. Het is afwachten wat de COVID-19 doet met de beleving, het enthousiasme en de inzet van de leden van allerhande verenigingen. Dat is nog wel een fundamentele onzekerheid voor veel organisaties. Waar we als gemeente verhuurder zijn van accommodaties hebben we de huren kwijtgescholden voor de perioden waarin de accommodaties gesloten moesten blijven.
Voor de professionele organisaties in dit programma cultuur-sport-ontmoeten is er ook nog veel onzekerheid. De organisaties blijven vooralsnog overeind met aangepaste programmering. Met de ondersteuningsmaatregelen van het rijk blijven ze in bedrijf. We houden nauwlettend de vinger aan de pols om de continuïteit en de gevolgen voor de langere termijn in beeld te krijgen en te houden. Waar nodig komen we met aanvullende maatregelen.
Aandacht voor het amateurveld op het gebied van sport, cultuur en ontmoeting
De perioden van sluiting als gevolg van de COVID-19 maatregelen hebben de verbinding van ons amateurveld met leden en vrijwilligers op de proef gesteld. Het is nog onbekend hoe deze leden en vrijwilligers zich verhouden tot hun verenigingen op het moment dat de maatregelen weer opgeheven zijn.
Voor de korte en middellange termijn houden we bij al deze organisaties de vinger aan de pols. Bijvoorbeeld met de sportmonitor en bijeenkomsten rondom het Osse Sportakkoord. Onze grondhouding blijft dat we deze organisaties ondersteunen om uit de COVID-19 crisis te komen. Daarbij zoeken we onder meer de verbinding met het beleidskader ‘Vitale sportverenigingen’. Hierin beschrijven we hoe wij en sportverenigingen beter kunnen inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen. Verschillende verenigingen hebben dit al opgepakt. Met deze beleidsveranderingen zetten we in op een duurzaam vitaal sport- en beweegaanbod.
Behoud van een professionele infrastructuur op het gebied van sport, cultuur en ontmoeting
De maatregelen rondom COVID-19 hebben ingrijpende gevolgen voor alle professionele voorzieningen in het programma. Hoewel we veel waarde hechten aan ons amateurveld (zoals aangegeven bij het vorige punt) is het in stand houden van een professionele infrastructuur noodzakelijk om ook het amateurveld tot bloei te laten komen. We ondersteunen deze onze professionals, zowel financieel als met expertise. Zo hebben we onder andere ingezet op:
- het kwijtschelden voor huren voor sportverenigingen. Voor het vierde kwartaal van 2020 hebben we compensatie aangevraagd en voor het eerste kwartaal van 2021 loopt dit ook nog.
- een compensatie voor het Golfbad. We hebben een aanvraag gedaan voor een bedrag van € 425.000.
Daarnaast hebben we nog een bedrag ontvangen voor de lokale culturele infrastructuur voor het jaar 2021. We bekijken in 2021 hoe we dit gaan besteden.
Inzetten op projecten voor leefbaarheid en welzijn vanuit incidentele middelen
Het Rijk heeft op verschillende gebieden tijdelijke ondersteuningsmaatregelen in het leven geroepen, onder andere voor scoutingclubs en speeltuinen en voor jeugd. We zorgen voor interne afstemming tussen programma’s om deze tijdelijke middelen zo effectief mogelijk in te zetten. Daarbij hebben we ook oog voor activiteiten en projecten op het gebied van sport en cultuur. Het is tijdens de COVID-19 periode duidelijk geworden dat juist activiteiten op deze gebieden enorm gemist werden.
Programma 4. Dynamisch stadscentrum
- De impact van COVID-19 op de leegstand in het stadshart van Oss is nog beperkt. De financiële regelingen vanuit de Rijksoverheid maskeren veel. De pandemie heeft er ook voor gezorgd dat mensen lokaal winkelen en recreëren. Dit heeft voordelen voor een middelgrote stad als Oss. Experts voorspellen echter een toename in leegstand na de COVID-19 crisis. Redenen zijn de toename van het aandeel internetaankopen en de voorkeur voor recreatief winkelen in de grotere steden. De transitiecoach gaat helpen zodat de pit gevuld blijft en de schil transformeert naar een aantrekkelijk stedelijk woon-werkmilieu.
- Daarnaast is vergroening van het centrum een speerpunt: voldoende natuur, groen en water in het centrum is essentieel voor een klimaatbestendige, duurzame en gezonde leef- en werkomgeving.
- We continueren de Taskforce Stadshart gelden voor projectmatig extra activiteiten voor o.a. communicatie en de evenementen coördinator, die door het CMO is ingehuurd.
- De reclame/precariobelasting is vanwege de ingrijpende corona-maatregelen kwijtgescholden, zie ook programma 11.
Programma 5. Zuinig op ons klimaat
We zien hier geen specifieke activiteiten in het kader van de herstelagenda.
Programma 6. Vitale economie
Een belangrijke pijler voor herstel is om ondernemers te “helpen” verdienen. We vervullen hierbij een randvoorwaardelijke rol. Dat betekent ruimte creëren voor ondernemerschap en versterken van het ondernemingsklimaat.
Helpen verdienen betekent dat je in de dienstverlening naar ondernemers toe meedenkt bij het zoeken naar mogelijkheden en aanjagen van transities. Uiteraard binnen de bestaande regelgeving met de nodige zorgvuldigheid. De gemeente stelt zich daarbij niet op als kredietverstrekker maar als mogelijkmaker. Door de grote transformatieopgaves rondom digitalisering, duurzaamheid, inclusiviteit en circulariteit onder de aandacht te brengen bij het bedrijfsleven en flexibel mee te denken over regelgeving en bedrijfshuisvesting zorgen we dat de ondernemers zoveel mogelijk kunnen blijven ondernemen en daarbij innovatief kunnen zijn. Concreet betekent dit bijvoorbeeld: Wat kun je met je terrassen, is een drive in mogelijk of kun je creatief zijn met huisvesting door bijv. een extra verdieping binnen je fabriek te creëren in plaats van uit te breiden in m2.
Programma 7. Mobiliteit
De COVID-19 crisis heeft laten zien dat verplaatsingen niet altijd nodig zijn of op een andere wijze kunnen. Er wordt meer gefietst en gelopen. Dit roept ook de vraag op of er binnen het mobiliteitsbeleid meer aandacht moet komen voor fietsen en lopen, wat ook bijdraagt aan duurzaamheid en gezondheid.
Door de COVID-19 crisis zijn de parkeeropbrengsten afgenomen ( minder centrumbezoek en tijdelijk gratis parkeren). De vraag is of dit nog herstelt en of dit ook op de lange termijn gevolgen heeft voor het parkeerbedrijf. Het is daarom nodig om het parkeerbeleid te heroverwegen en wellicht te actualiseren.
Ook de Stichting Maasveren is flink geraakt door de gevolgen van COVID-19. Door flink minder overzettingen is sprake van een aanzienlijk omzetverlies. We ondersteunen de Maasveren met een eenmalige bijdrage van afgerond € 95.000 op voorwaarde dat de structurele bijdrage ongewijzigd blijf. De vraag is of het aantal overzettingen na COVID-19 weer herstelt en wat dit betekent voor de exploitatie op langere termijn. We hebben hier meegeven dat aanvullende maatregelen nodig zijn om te komen tot een structureel gezonde exploitatie.
Programma 8. Aantrekkelijk wonen in Oss
- Bij het werken aan het uitvoeringsprogramma voor recreatie & toerisme kijken we nadrukkelijk vanuit de gevolgen van de COVID-19 crisis. Zowel de impact die het nu heeft als de kansen die het biedt.
Programma 9. Veilige omgeving
- We zien dat COVID-19 impact heeft op burgers en complexe casuïstiek toeneemt. We hebben onze werkwijze bij complexe casuïstiek omgebogen naar een digitale werkwijze daar waar mogelijk om toch met de aanpak door te kunnen gaan. Zo hebben we veel MDO’s (Multidisciplinair overleg) digitaal plaats laten vinden. En zijn trainingen voor het AVE-model digitaal gegeven.
- We zien dat de jeugdoverlast tijdens de COVID-19 periode zich anders uit, we passen onze aanpak en werkwijze hierop aan.
- Oss heeft vanaf het begin van de COVID-19 periode een grote rol gespeeld in de aanpak door meerdere handhavingsjuristen, communicatieadviseurs beschikbaar te stellen ten behoeve van de regio. Ook gemeentesecretaris heeft een rol gepakt in de regio tijdens de aanpak van deze crisis
- We zetten in op de regionale aanpak COVID-19 met betrekking tot handhaving, toezicht en veiligheid samen met collega’s van VTH en Tor/Hor, JZ en met partners zoals politie en gemeente Bernheze. Deze inzet blijven we plegen zolang als nodig en haalbaar. Hierin zoeken we altijd de verbinding tussen de opgelegde maatregelen en de bedoeling ervan.
- Samen RIVM, NTCV, Movianto en politie realiseerden we de complexe uitdaging om te komen tot de landelijke opslag vaccines in Oss bij Movianto. Zolang deze opslag in Oss plaatsvindt blijven we onderdeel van dit project.
- We werken mee aan vaccinatielocaties en testlocaties binnen de gemeente Oss.
Programma 10. Besturen in tijden van verandering
- We nemen deel aan de taskforce economisch herstel van de VNG en het opstellen en uitvoeren van de Actie- en investeringsagenda Coronaherstel van de provincie Noord-Brabant.
- Bij team Burgerzaken merken we dat de klassieke voorspelling van de toestroom van inwoners aan de balie niet meer past. Het is lastiger om te voorspellen wanneer er precies meer of minder aanvragen zullen binnenkomen, maar dat het er alle schijn van heeft dat er de komende maanden een inhaalslag op het gebied van reisdocumenten te verwachten valt waarop we willen/moeten voorsorteren. De vraag blijft of de inhaalslag van dien aard is dat we op het ‘oude’ niveau uit gaan komen.
Programma 11. Financieel solide
De coronacrisis treft ondernemers heel hard. Het kabinet heeft daarom ook al meerdere steunpakketten opgezet. Als gemeente bieden we naar aanleiding van gesprekken met het centrummanagement en Koninklijke Horeca Nederland ook een steunpakket. We kiezen daarbij voor twee van de zwaarst getroffen sectoren, namelijk de centrumondernemers en de horeca. We ondersteunen hen in 2021 door:
- Kwijtschelden van reclame-belasting;
- Kwijtschelden van precariobelasting voor terrassen en uitstallingen.
5. Financiële compensatie vanuit het Rijk
In mei, augustus en december 2020 zijn compensatiepakketten vanuit het Rijk voor mede-overheden bekend gemaakt. Dit omdat gemeenten ook veel geld extra uitgeven en ook inkomsten mislopen.
Het totale compensatiepakket voor de jaren 2020 en 2021 ziet er als volgt uit:
Toelichting | Landelijk bedrag | Bedrag Jaar 2020 | Bedrag Jaar 2021 | Totaal |
---|---|---|---|---|
Algemeen | ||||
Opschalingskorting: besloten is om deze bezuiniging voor gemeenten in de jaren 2020 en 2021 incidenteel te schrappen. Dit leidt tot hogere algemene uitkering. | € 70 miljoen in 2020 en € 160 miljoen in 2021. | € 353.000 | € 805.000 | € 1.158.000 |
Compensatie gemiste inkomsten | ||||
Compensatie voor gemiste toeristenbelasting. | € 100 miljoen | € 57.000 | € 57.000 | |
Compensatie voor gemiste parkeerbelasting. | € 125 miljoen | € 307.000 | € 307.000 | |
Compensatie voor gemiste precariobelasting/ marktgelden en evenementenleges | € 20 miljoen | € 50.000 | € 50.000 | |
Reservering voor aanvullende compensatie. In de decembercirculaire is dit bedrag verhoogd tot € 250 miljoen. Uitkering na analyse van jaarrekeningen gemeenten. | € 250 miljoen, gereserveerd | PM | PM | PM |
Inkomstenderving 1e kwartaal 2021 | PM | PM | ||
Compensatie zorgkosten | ||||
Inhaalzorg en meerkosten Jeugdzorg | € 34,3 miljoen | € 194.000 | € 194.000 | |
Inhaalzorg en meerkosten Wmo 2015 begeleiding | € 11,7 miljoen | € 72.000 | € 72.000 | |
Afrekening continuïteit van zorg Wmo 2015 | € 20,4 miljoen | € 123.730 | € 123.730 | |
Inhaalzorg en meerkosten maatschappelijke opvang (gelden als centrumgemeente voor de regio) | € 98 miljoen | € 828.847 | € 828.847 | |
Continuïteit van zorg beschermd wonen | € 5,6 miljoen | € 61.669 | € 61.669 | |
Noodopvang kinderen met ouders cruciaal beroep. Deze opvang is zonder extra kosten ouders. Medio maart tot 1 juli. | € 23 miljoen | € 109.000 | € 109.000 | |
Compensatie inkomstenderving eigen bijdrage Wmo. Deze werd door SVB in die periode niet geïnd voor gemeenten. Maanden april en mei 2020. | € 18 miljoen | € 106.000 | € 106.000 | |
Compensatie quarantainekosten | € 4 miljoen | € 19.378 | € 19.378 | |
Extra begeleiding kwetsbare groepen (dagbesteding) | € 37 miljoen | € 224.000 | € 224.000 | |
Bestrijden eenzaamheid ouderen | € 36,5 miljoen | € 198.000 | € 198.000 | |
Voorschoolse voorziening peuters: in de periode van 16 maart tot en met 7 juni is de kinderopvang (gedeeltelijk) gesloten. Ouders/ verzorgers zijn in maart opgeroepen om de rekening voor de opvang te blijven betalen. Om de eigen bijdrage van de ouders/ verzorgers te vergoeden ontvangen we compensatie. | € 8,3 miljoen | € 42.000 | € 42.000 | |
Compensatie Werk & Inkomen | ||||
Vergoeding uitvoering Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (TOZO) | € 2 miljard | € 16.170.078 | € 16.170.078 | |
Aanvullend pakket re-integratiekosten | € 39,3 miljoen in 2020 en € 88,4 miljoen in 2021 | € 130.452 | € 300.025 | € 430.477 |
Impuls re-integratie | € 48,3 miljoen | € 160.211 | € 160.211 | |
Gemeentelijke schuldenbeleid | € 15 miljoen in 2020 en € 30 miljoen in 2021 | € 75.019 | € 153.366 | € 228.385 |
Bijzondere bijstand | € 5 miljoen in 2020 en € 10 miljoen in 2021 | € 25.966 | € 53.083 | € 79.049 |
TONK: Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten voor huishoudens die in ernstige problemen komen | Eerste fase 65 mln, tweede tranche 195 mln | € 325.000 | € 325.000 | |
Compensatie Jeugd | ||||
Compensatie voor organisaties zoals scouting en speeltuinen. | € 7,3 miljoen | € 37.000 | € 37.000 | |
Perspectief jeugd en jongeren: gerichte financiële impulsen om samen met jongeren, lokale organisaties en evenementensector kleinschalige activiteiten te programmeren. | € 21 miljoen in 2020 en € 19 miljoen in 2021 | € 195.000 | € 195.000 | |
Jongerenwerk Jeugd | € 14 miljoen | € 66.000 | € 66.000 | |
Mentale ondersteuning jeugd | € 11,5 miljoen | € 56.000 | € 56.000 | |
Activiteiten en ontmoeting jeugd | € 8 miljoen | € 39.000 | € 39.000 | |
Compensatie sociale werkbedrijven | ||||
Verwachte tekorten bij SW bedrijven door (gedeeltelijke) sluiting en wegvallen opbrengsten. 1 maart tot 1 juni. | € 90 miljoen | € 894.000 | € 894.000 | |
Idem voor de periode 1 juni tot en met 31 december 2020. | € 50 miljoen | € 497.000 | € 497.000 | |
Compensatie Sport | ||||
Compensatie inkomstenderving kwijtschelden huren aan sportverenigingen. - Voor de periode 1 maart tot en met 1 juni 2020. | € 90 miljoen | € 126.423 | € 126.423 | |
- voor de periode 4e kwartaal 2020. | € 60 miljoen | aangevraagd | ||
- voor de periode 1e kwartaal 2021 | € 50 miljoen | loopt | ||
Zwembaden en ijsbanen (2020 en 1e helft 2021) | € 180 miljoen | Aanvraag voor € 425.000 compensatie | ||
Compensatie Cultuur | ||||
Overeind houden lokale en regionale cultuur sector (bibliotheek, muziekscholen, centra voor kunsten, musea, theater e.d. ) | € 60 miljoen | € 309.000 | € 309.000 | |
Idem, maar dan voor de periode 1 juni tot en met 31 december. | € 60 miljoen | € 302.000 | € 302.000 | |
Lokale culturele infrastructuur ondersteunen voor het jaar 2021 | € 150 miljoen | € 576.131 | € 576.131 | |
Ondersteuning lokale media. Verlenging tot eind 2020. Lokale medio kunnen aanvraag doen bij dit steunfonds. Loopt niet via de gemeente. | € 24 miljoen | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Compensatie Ontmoeten | ||||
Compensatie voor extra uitgaven voor dorps- en buurthuizen (o.a. kwijtschelden huur, compensatie tegenvallende inkomsten etc.) | € 17 miljoen | € 83.000 | € 83.000 | |
Compensatie Overig | ||||
Compensatie voor extra toezicht en handhavingskosten | € 50 miljoen | € 229.000 | € 229.000 | |
Tijdelijke corona banen toezicht en handhaving | € 60 miljoen | loopt via aparte uitkering | ||
Compensatie voor hogere kosten | € 28 miljoen | € 144.000 | € 144.000 | |
Compensatie voor extra kosten voor de organisatie van verkiezingen in 2021 | € 30 miljoen in 2020 en € 22 miljoen in 2021 | € 268.534 | € 268.534 | |
€ 21.202.562 | € 3.563.350 | € 24.765.912 |
Hiernaast heeft het Rijk in de meicirculaire de volgende vooraankondigingen gedaan voor aanvullende compensatie:
- Buurt- en dorpshuizen: indicatief € 50.000 voor Oss
- Lokaal culturele infrastructuur: € 250.000 voor Oss
- Afrekening inkomstenderving 2020: , PM
- Meerkosten WMO en Jeugdwet 2021: indicatie landelijk € 141 miljoen, verdeling niet bekend.
Concretisering hiervan zal bekend worden bij de septembercirculaire.
Hoe gaan we met deze cijfers om?
In de programmabegroting 2021-2024 is besloten om bovenstaande uitkeringen zoveel als mogelijk binnen de geest en bedoeling van deze uitkeringen te besteden. Het zijn geen verplichte bestedingsdoelen, maar we willen deze rijksgelden wel zo goed mogelijk koppelen aan onze compensatiemaatregelen.
We spreken de algemene reserves pas aan wanneer de COVID-19 vergoedingen uit het Rijk niet voldoende blijken te zijn.
Hierbij willen we ook opmerken dat er sprake is van grote diversiteit in de rijksregelingen. Een aantal regelingen zijn ter compensatie van maatschappelijke kosten (bijvoorbeeld de gelden voor maatschappelijke opvang en de gelden voor ons SW bedrijf), anderen zijn bedoeld als vergoeding voor extra kosten/ gemiste opbrengsten die we als gemeenten hebben gemaakt voor de uitvoering van regelingen. De bedragen in de tabellen lijken aanzienlijke bedragen echter we de meerjarige effecten van deze crisis zijn blijft lastig te voorspellen.
Schematisch is dit samengevat in volgende figuren:
6. Specifieke ondersteuningsmaatregelen
Ondersteuningsmaatregelen waarover – tot nader orde -reeds besloten is:
Onderwerp | Toelichting | Bedrag |
---|---|---|
Programma 1 Zorg en welzijn | ||
Doorbetaling aan aanbieders sociaal domein | Om de continuïteit van zorg landschap te bewaren, is besloten tot doorbetaling Wmo dienstverlening voor ZIN en doorbetaling PGB Wmo en Jeugd. Vanaf 1 juli hebben we de zorgaanbieders gevraagd de reguliere dienstverlening weer op te starten en betalen we weer alleen de geleverde zorg. | Meerkosten jeugdhulp: Meerkosten Wmo: € 72.000 Continuïteit van zorg: € 185.399 Meerkosten maatschappe-lijke opvang: Tekorten SW: |
Doorbetaling regiotaxi | De gemeenschappelijke regeling betaalt:
| - |
Programma 2 Werk, Inkomen en onderwijs | ||
Doorbetaling leerlingenvervoer | Uitgangspunt is (conform de richtlijn van de VNG):
Voor 2021 is de regeling uit 2020 voortgezet, waarbij de tarieven meebewegen met het vervoersvolume. Dit vindt nu plaats per gemeente. Met deze regeling zorgen we voor continuïteit van vervoer. | |
Uitvoeren TOZO- regeling | Uitvoering van landelijke regeling | € 16.170.078 |
Uitvoeren TONK | Uitvoeren regeling Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) | € 652.712 (raming) |
Voor diverse beleidsterreinen hebben we extra rijksgelden gehad. Dit vertalen we naar uitvoering. Zie herstelagenda per programma. | ||
Programma 3 Ontmoeten, sport en cultuur | ||
Algemeen | Algemene uitspraken:
| |
Kwijtschelding huur voor amateurorganisaties sport & cultuur | We schelden de huur kwijt van de gemeentelijke accommodaties op het gebied van sport en cultuur voor:
| Zie toelichting |
Verlengen lening overeenkomsten diverse sport en cultuurinstellingen | We hebben besloten om:
Dit geldt voor alle instellingen en verenigingen die een lening bij de gemeente hebben afgesloten. | € 272.000 |
Professionele cultuur- en sportorganisaties | Onze professionele instellingen op het gebied van Sport, Cultuur en Ontmoeten geven we extra ondersteuning over het jaar 2020. | € 221.510 |
Wijk- en dorpshuizen | We compenseren de exploitatietekorten van de wijk- en dorpshuizen voor de periode van 16 maart tot en met 31 december 2020. We hebben € 83.000 ontvangen va het Rijk, het restant tekort van € 108.097 melden we als nadeel in de jaarrekening. | € 191.097 |
Programma 4 Dynamisch stadscentrum | ||
Belastingen | Voor compensatiemaatregelen op het gebied van reclamebelasting en precariobelasting wordt verwezen naar programma 11 Financieel solide | |
Parkeren | Voor compensatiemaatregelen op het gebied van parkeren wordt verwezen naar programma 7 Mobiliteit | |
Programma 5 Zuinig op ons klimaat | ||
Bedrijfsafval voor ondernemers | We hanteren dezelfde aanpak als in ’s-Hertogenbosch, omdat we samen met hen in de regio het bedrijfsafval doen. Concreet kan het contract (abonnement) op verzoek om gezet worden naar lediging op afroep: op deze manier blijft de container wel staan (wordt de beperkte huur ervan wel doorbelast), maar worden de ledigingskosten tijdelijk stilgezet. | |
Programma 6 Vitale economie | ||
Uitstel betaling pacht-overeenkomsten | In mei verstuurden we facturen voor de tweede helft van 2020. Voor deze factuur geldt een verlengde betalingstermijn van 90 dagen. | - |
Markten |
Vervolgens betalen kooplieden marktgelden alleen op de momenten dat ze op de markt mogen staan. | Gemiste opbrengst circa € 28.000. |
Programma 7 Mobiliteit | ||
Handhaving centrum/ |
Op gebied van parkeren krijgen we in 2020 een financieel nadeel (circa € 175.000 per maand). | € 980.000 |
Parkeren | Besloten is om parkeren op het Jurgensplein het eerste uur gratis te maken tijdens de periode van Click & Collect in de lockdown. | Kosten circa € 7.000 per week |
Programma 11 Financieel solide | ||
Uitstel van betaling |
| - |
Betaling van rekeningen door gemeente | Facturen worden z.s.m. betaald (streven binnen 15 dagen). Dit is in 2020 ook gerealiseerd. | - |
Uitstel belastingen |
Hierna is e.e.a. weer opgestart. Er wordt coulant omgegaan met verzoeken om betaalregelingen. | - |
Uitstel van betaling verbeurde dwangsommen VTH | We hebben uitstel van betaling verleend van in te vorderen dwangsommen tot 1 augustus 2020. Daarna afhankelijk van de situatie rondom COVID-19 en de gevolgen daarvan met maatwerk bepalen hoe de betaling kan worden voldaan. Vanaf oktober is invordering weer opgestart (zie eerder). | - |
Precariobelasting 2020 | Besloten is om voor terrassen en uitstallingen voor het gehele jaar 2020 geen precariobelasting te innen. | € 52.000 in 2020 |
Besloten is om voor de periode tot 1 januari 2022 verruiming van terrassen toe te staan. | € 43.000 in 2021 | |
Reclamebelasting | Besloten is om in 2021 geen reclamebelasting te innen. En daarbij de bijdrage aan CMO wel regulier te betalen. | € 210.000 in 2021 |